Even roken, Peet!

Sinds ik weer in Nederland woon ga ik elke dinsdag biljarten met een clubje gewone mannen (anders dan bij bridgen, schaken en golf kom je rond een biljart heel weinig chirurgen en advocaten tegen). Dat ik gá wil trouwens niet zeggen dat ik ook moet spelen, want we zijn met z'n dertienen en Cafè de Wit heeft maar een biljart. Dus zelfs als niet alle leden aanwezig zijn bepaalt oude Piet, die de puntentelling bijhoudt,  wie er tegen wie moet spelen. De rest zit op een barkruk te kijken en probeert de concentratie van de spelers te verstoren door ze luidkeels te bekritiseren. Dat moet wel met enig volume omdat er niet alleen harde muziek wordt gedraaid maar vier grote beeldschermen vertonen meestal ook de wedstrijd van de dag in de Champions League. Tot onderlinge gesprekken komt het dus niet rond het biljart.
Meestal is het Barre die me aanstoot en 'Effe roken, Peet!' roept. Barre is de aannemer die ons nieuwe huis heeft verbouwd en daar had ik tijdens de bouw af en toe spijt van. Ik hielp namelijk zelf actief mee en dan werd er verwacht dat ik om half acht aanwezig was en me acht uur lang als een echte kerel zou gedragen. 's Middags wachtte ik met smart op de klok van vier uur, maar dan besloot Barre vaak dat we net lekker bezig waren en  nog wel even door konden gaan. Zelden was ik voor zes uur thuis. Gebroken! Maar al snel bleek waarom hij de klus in drie maanden kon klaren terwijl andere offertes het over vier a vijf maanden hadden gehad. Als ik op vrijdag voor iedereen de wekelijkse patat, frikadellen en broodjes kroket had gehaald en we in de bouwkeet de mayonaise, ketchup, chipsaus en/of  sate saus  van onze ongewassen vingers likten kwam Barre met de vraag hoe laat we zaterdag konden beginnen, omdat het weekend was leek half negen hem wel een mooie tijd. Wat dan een opdracht betekende en geen vraag. Zondagochtend kregen we meestal vrij, maar de zondagmiddag leek hem ideaal om vast wat voorwerk te doen voor de maandag.
Gelukkig klonk het wel twintig keer per dag 'Effe roken, jongens!' en konden we even zoveel keer wat bijkomen, onder het genot van een welverdiend sigaretje.
Zo ook op de biljartclub, waar hij na het rookverbod in openbare gelegenheden eigenhandig de steeg naast Café de Wit had overkapt en niet alleen voorzien van een voor- en achtergevel maar ook van een echte bar. Door een groot raam te maken in de voormalige zijgevel kon het biljartspel in de gaten worden gehouden. Ideaal om toch af en toe te kunnen roken en zonder muziek de actuele problemen in de wereld met elkaar te bespreken. Die, omdat het allemaal normale mannen waren, vrij eenvoudig op te lossen zijn
. Met hogere lonen en een verbod op immigratie zou de regering al een eind komen.
Jammer alleen dat er wel een bar staat, maar achteraf was gebleken dat die niet gebruikt mag worden omdat het bedienend personeel dan bloot wordt gesteld aan onze rook. De eigenaresse, stiefdochter van Barre, schuift af en toe wel aan om een sigaretje te roken, maar zodra ze onze lege glazen aan zou pakken om mee te nemen is ze geen cafegast meer maar personeel. Waar een enorme boete op staat.
En zo drentelen we op en neer om te kunnen roken en drinken. En soms een stootje te maken.

Comments